vrijdag

15 juni

We rijden al vroeg naar Stonehaven, een lieflijk kustplaatsje ten zuiden van Aberdeen. Het is lekker weer voor een wandeling. Vanaf een parkeerplaats aan de kust loopt een wandelpad naar de ruïne van Dunnottar Castle. Het is een beetje klimmen, maar het uitzicht is prachtig. De ruïne staat hoog boven de zee op een imposante rotspartij. We hoeven er niet eens helemaal naar toe te lopen om mooie foto’s te kunnen schieten. Bij de haven van het stadje is het ook gezellig wandelen. Het is eb en de boten liggen op het droge. Langs een houten plankier dat helemaal langs het water loopt, staan nog wat mooie kunstwerkjes, die allemaal met de zee te maken hebben. Ook weer een tijd gewandeld. Bij elkaar toch weer 8 kilometer.

We rijden naar Aberdeen, waar we om vijf uur moeten inschepen voor de overtocht naar de Shetland eilanden. De auto in een parkeergarage en op stap voor een stadswandeling. Dat valt tegen. De inwoners spreken over hun ‘zilveren’ stad, wij vinden al die uit graniet opgetrokken gebouwen nogal grauw en saai. Veel mooie historie valt er voor ons niet te ontdekken. Het ergst is nog de verkeersdrukte. We zijn veel te vroeg bij de haven en gaan daar op een parkeerplaatsje staan. Lekker een beetje lezen tot het tijd is om aan boord te gaan. Dat bevalt ons beter dan de drukte van de stad. Ik zag wel dat het hier een lustoord is voor shoppers, wát een aanbod van winkels in een prachtig overdekt winkelcentrum.

Eenmaal ingescheept is het gewoon weer wachten tot we aan de overkant zijn morgenochtend. Wat eten, lekker slapen op de deining en wakker worden op de Shetland eilanden. Vandaag een heerlijke droge dag met temperaturen tussen de 15 en 22 graden.

Marcelle, jij vroeg mij ooit of we er al geweest waren. Je had een paar afleveringen van de gelijknamige detectiveserie gezien en vond het landschap wel wat voor ons. We wilden toch nog eens naar Schotland terug. We waren er 18 jaar geleden, nu met die tip van jou erbij was het plaatje weer rond, dankjewel. We gaan het zien.